Deze steunkousen zorgen er voor dat het aanwezige vocht afgevoerd kan worden. Normaliter is dit een functie van het lichaam zelf, maar deze functie wordt beperkt door de bloedprop. Na enige tijd gaat het been bijzonder zwaar aanvoelen en kan je last van een behoorlijke zwelling krijgen. De elastische kousen zijn in staat om deze zwelling af te (laten) nemen; zij dragen immers bij aan een betere afvoer van het vocht en maken daarmee de situatie een stuk draaglijker. Wat kan je zelf doen om het herstel te bevorderen? Je bent nu ongetwijfeld ook wel benieuwd of je zelf iets aan het herstel kunt doen. Ja, dat is deels mogelijk. Allereerst willen we je aanraden om de instructies van jouw arts strikt op te volgen. Luister goed naar zijn/haar adviezen en volg deze strikt op. Moet je dagelijks antistollingsmiddelen slikken? Zorg er dan ook voor dat je deze middelen dagelijks slikt. Moet je regelmatig jouw bloedwaarden opmeten en via een digitaal kanaal aan de arts doorgeven? Zorg er ook voor dat je dit netjes uitvoert.
Bij een trombosebeen is dat zwelling, een zwaar gevoel of pijn, verkleuring en/of een strakgespannen huid. Een longembolie herken je onder meer aan plotselinge kortademigheid, pijn bij zuchten en/of pijn tussen de ribben. Trombose als gevolg van een behandeling in het ziekenhuis kan nog tot ongeveer een maand na de opname optreden. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Stans van Egmond Directeur-bestuurder bij de Trombosestichting Telefoon 071-5617717 E-mail:
Wat is trombose? Trombose is de medische term voor een bloedstolsel (een trombus) in de bloedvaten. Zo'n bloedstolsel kan optreden in de aderen (veneuze trombose) of slagaderen (arteriële trombose). Trombose is gevaarlijk omdat het de bloeddoorstroming belemmert of zelfs blokkeert. Trombose kan grote gevolgen hebben, variërend van chronische pijn aan het been of arm tot aan levensbedreigende situaties, zoals een longembolie. Wanneer treedt een trombose op? Trombose komt vaak voor. Trombose kan optreden na een medische behandeling. Bijvoorbeeld na een gebroken enkel of been, na een knie- of heupoperatie, of andere medische behandelingen, bijvoorbeeld bij kanker. Jaarlijks krijgen zo'n 10. 000 Nederlanders een longembolie en zo'n 15. 000 Nederlanders een trombose in de aderen van bijvoorbeeld been of arm (trombosebeen of -arm). 60% van deze gevallen ontstaat tijdens of na ziekenhuisopname. Herken de belangrijkste symptomen van trombose De video van de Trombosestichting toont symptomen die kunnen voorkomen bij veneuze trombose.
Zo een losgelaten stolsel wordt een embolie genoemd. Als dit stukje stolsel via het hart in een bloedvat van de longen terechtkomt en dit afsluit ontstaat een longembolie. Hierdoor wordt een deel van de long uitgeschakeld. Dit kan enkel gepaard gaan met lichte kortademigheid en ademhalings-gebonden pijn, maar soms gaat het om grote stolsels in grote bloedvaten van de long zodat grote stukken van de long plots afgesloten worden. Dit zijn levensgevaarlijke situaties. De verschijnselen van een trombose zijn niet altijd duidelijk. U kan weinig of veel klachten hebben. Als stolsel een ader in het been afsluit, kan het bloed niet meer weg. Het gevolg is dat de kuit of het hele been opzwelt. Het been voelt vaak warm aan en kan rood-paars van kleur zijn. De huid kan glanzend en strak zijn. Het been is vaak pijnlijk en lopen kost moeite. Doordat de doorstroming van het bloed wordt belemmerd, zijn de aders in de huid dikwijls opgezet. Soms veroorzaakt trombose geen klachten. De trombose in het been wordt dan bijvoorbeeld pas ontdekt wanneer bij iemand tengevolge van de trombose een longembolie optreedt.
Ook is het hierbij belangrijk om je trombose been omhoog te houden. >>Kies hier uit diverse elastische kousen bij << Risicofactoren Als je last van een trombosebeen hebt, loop je altijd bepaalde risico's. Als de bloedprop dusdanig groot/hardnekkig is, bestaat de kans dat het bloed niet meer door het bloedvat heen kan stromen. Op dat moment loop je dus ook het risico dat het lichaamsdeel (je voet) geen zuurstof meer krijgt. Een gevolg hiervan kan zijn dat je voet geamputeerd dient te worden. Daarnaast is het ook noodzakelijk dat de bloedprop volledig verdwijnt. Dat is een taak die weggelegd is voor het menselijke lichaam. In sommige gevallen kan de bloedprop naar de longen of hersenen schieten; op dat moment loop je een behoorlijk groot risico. Des te meer reden om trombose in een been te kunnen herkennen, om tijdig in actie te komen en om vroegtijdig te kunnen starten met de medicatie.
Gepubliceerd in Plus Magazine, oktober 2016. Zwelling, pijn, verkleuring: van een trombosebeen kun je flink last hebben. Hoe ontstaat dat? En vooral ook: hoe kom je er weer af? Internist Saskia Middeldorp legt uit. Wat is een trombosebeen? Prof. dr. Saskia Middeldorp, hoogleraar trombose en hemostase in het AMC Amsterdam: "Een blokkade in de vorm van een bloedstolsel in de diepere aderen van (meestal) één van de benen, waardoor het bloed niet goed meer kan doorstromen. " Waarom ontstaat zoiets juist in het been? "Daar zitten flink wat kleppen die ervoor zorgen dat het bloed – door de zwaartekracht – niet steeds naar je enkels terugstroomt. We vermoeden dat het bloed rondom die klepjes een beetje stil komt te staan, en dat daar dan makkelijker een klontje ontstaat. Vandaar dat je trombose vooral in het been aantreft, maar die kan in alle aderen voorkomen. " Wat merk je ervan? "Meestal heb je pijn in het been en voelt dat warm aan. Verder kan de kuit dik en soms roodpaars van kleur worden De huid is strak en glanzend, de aders in de huid zijn opgezet en duidelijker zichtbaar.
Bij een uitgebreide longembolie kan ondanks de behandeling een blijvende kortademigheid, vooral na inspanningen, blijven bestaan. Indien de longcapaciteit blijven beschadigd is, kan het hart overbelast worden en kan een te hoge bloeddruk in de longslagaders ontstaan (pulmonale hypertensie). Bij het ontstaan van trombose spreekt men klassiek van de triade van Virchow. Deze wetenschapper vatte als eerste de oorzaken van trombose samen in drie punten: veranderingen in de vaatwand, trage bloedstroom en een veranderde samenstelling van het bloed. Deze triade geldt nog steeds als de basis van het ontstaan van een trombose. Afhankelijk van het feit of het een veneuze of arteriële trombose is, spelen een of meerder van deze punten de hoofdrol. Immobilisatie is een klassiek voorbeeld van een vertraagde bloedstroom. Erfelijke stollingsafwijkingen zijn een voorbeeld van veranderingen aan het bloed. Beide spelen vooral bij veneuze trombose een belangrijke rol. Roken geeft veranderingen aan de vaatwand en speelt een belangrijke rol bij de arteriële problemen.